Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gij betradt [65][met] Uw paarden de zee; [66]de geweldige wateren werden een hoop. 65. Zie boven vs.8. 66. Of, door, of op, den hoop van vele [of grote] wateren. Versta dit van de grote hopen wateren der Rode zee, die als muren overeind stonden, als de Israelieten daardoor gingen. Verg. Joz.3:13.